Een nieuw jaar betekend voor vele mensen vaak goede voornemers. De planningen voor het komend seizoen worden gemaakt en de training wordt weer opgepakt. Een mooi moment om je niet alleen op je paard te richten, maar ook met jezelf aan de slag te gaan. We spraken Ruthi Damman over het belang van ruiterfitheid. Niet alleen voor ruiter, maar ook de invloed ervan op het paard kwam aan bod. Daarnaast geeft ze een paar praktische oefeningen waarmee je thuis aan de gang kunt.
Naam:Ruthi Damman Opleidingen:
Para-medische beroepsopleiding
International School for Professional Horsemanship
Instructeur kinderrijles NHB Deurne
Centered Riding instructor/clinician level III
Fysiotherapie
IHTC Science of Motion biomechanica en training van ruiter en paard
Bijscholing: o.a. dry-needling, medical taping, manipulatie technieken
Hippische achtergrond: Sinds mijn 10de rijd ik paard. Ik heb aan vrijwel alle takken van de sport deelgenomen. Dressuur, springen, eventing, jacht, mennen, drafsport en nu ook endurance. Sinds 1996 heb ik eigen paarden en pony’s. Bij ons thuis kan iedereen paardrijden, maar mijn zoon rijdt liever op een trekker. Mijn man en mijn oudste dochter, houden met name van springen en eventing, waardoor we ook actief zijn als parcoursbouwer en hindernis jury bij Eventing Maarsbergen. Mijn jongste dochter rijdt sinds 3 jaar endurance. Vanaf 2002 geef ik paardrijles, waarvoor ik een drie-jarige instructeurs opleiding in België heb gevolgd. Als aanvulling daarop heb ik een module lesgeven aan kinderen gevolgd in Deurne. Omdat ik altijd al geïnteresseerd ben geweest in het hoe en waarom, ben ik in 2006 in aanraking gekomen met Centered Riding. Centered Riding is een techniek ontwikkeld door Sally Swift. Het is geen andere manier van rijden, maar een effectieve methode om goed te leren rijden in elke discipline en op elk niveau. Er wordt gelet op asymmetrie, spanningen en disfunctioneren van ruiter en paard om zo te komen tot oefeningen ter verbetering van beiden. Het meeste plezier beleef ik aan het uitdagen van leerlingen om te komen tot een optimale prestaties, van ruiter en paard.
Endurance ervaring:Sinds2011 rijdt ik endurance. Eerst trainde ik alleen met mijn schoonzus, die ik sinds 2004 groom samen met mijn man. Daarna heb ik toch maar een startkaart aangevraagd en ben ik begonnen met het starten op wedstrijden. Ik ben nu klasse 4 startgerechtigd. Sinds de zomer van 2015 heb ik de 6 jarige Egua Express thuis in training. Na een mooie 40km en 60km, is Egua nu klaar voor haar eerste klasse 3 komende lente. Verder blijf ik eindeloos rondreizen en met water gooien naar mijn jongste dochter Puck. Ik vind endurance zo leuk omdat het de uitdaging om tot een goede prestatie te komen én het genieten van het buitenleven combineert. Daarnaast kom ik nog eens ergens waar ik anders te paard nooit was gekomen.
Paardrijden wordt niet door iedereen echt als humane sport gezien. Hoe kijk jij hier tegen aan? Neem de definitie van sport in de Dikke van Dalen en er staat: ‘allerlei lichamelijke oefeningen en ontspanning waarbij vaardigheid, kracht en inzicht vereist worden: aan sport doen betekend’. Als we uitgaan van deze definitie is paardrijden wel degelijk een sport voor de ruiter. Het is de ultieme core-stability (balans) training. Het paard brengt je constant uit balans. Waardoor je, of onvrijwillig van je paard wordt gescheiden, of je een hoop spieren moet gebruiken om weer terug in balans te komen. Dit vergt kracht, vaardigheid en uithoudingsvermogen. Natuurlijk zijn er gradaties in het beoefenen van sport. Ik kan me voorstellen dat een parcours van een eventing wedstrijd op 2* niveau meer sportieve inspanning vergt dan een relaxed rondje om het bosmeertje. Dit verschil zie je in elke sport. Hoe fitter en geoefender je bent, hoe groter de prestatie is die je kan leveren.
Waar werk je vooral aan als je met ruiters aan hun fitheid werkt? Als eerste is het belangrijk dat men het bewustzijn krijg dat men als ruiter verantwoordelijk is voor de training van het paard én van zichzelf. Met name de balans en het uithoudingsvermogen van de balansspieren zijn van belang bij het paardrijden. Je werkt immers aan de optimale balans en takt in de gangen van het paard. De flexchair is een meetinstrument waarmee je de conditie en aansturing van de balans spieren kan meten. Op een computerscherm wordt dit zichtbaar gemaakt voor de ruiter. Met behulp van fysio-bal, trampoline en balance-board zijn een legio aan leuke oefeningen te verzinnen die ruiters uitdagen hun grenzen op te zoeken en te verbeteren. Door vaker te meten met de flexchair, wordt de verbetering zichtbaar. Daarnaast zijn krachttraining en rekoefeningen voor spiergroepen in benen en armen zinvol om sterk en soepel te blijven en is duurtraining als joggen, fietsen en zwemmen, van groot belang om de hart/long capaciteit te verbeteren, naast het paardrijden.
Waarom is juist dit belangrijk voor de endurance en de hippische sport in het algemeen? Veel ruiters zijn zeer bewust bezig met de gezondheid en de conditie van hun paard. Er wordt geïnvesteerd in goede voeding, supplementen, harnachement, behandelingen en training om van het paard een ware topatleet te maken. Echter, wil je tot een topprestatie komen als combinatie, dan zal de ruiter ook getraind moeten zijn. Een springruiter heeft een andere training nodig dan een enduranceruiter, maar bewust bezig zijn met de conditie van je eigen lichaam is belangrijk voor alle ruiters. Endurance is een duursport, voor paard en ruiter. Het gaat erom dat je op een lange afstand je paard op de juiste manier kan laten lopen en zo snel mogelijk, ‘fit to compete’ de finish over komt. Dit vergt een lange prestatie van de ruiter. Je moet niet alleen in balans blijven, maar ook gefocust. Dit kost energie. De spieren in je lichaam moeten getraind zijn om zo efficiënt mogelijk met deze energie om te gaan om de prestatie zo lang mogelijk vol te houden.
Wat zijn de risico's voor ruiters bij een gebrek aan conditie en core-stability in de endurance sport? Als de ruiter zijn lichaam niet voorbereid heeft op de prestatie die geleverd moet worden, is de kans op blessuren groot. Bij spiervermoeidheid verminderd de kracht, je spieren kunnen gaan trillen, maar ook je focus daalt. De bewegingen worden grover en de kans om van je paard te vallen bij een schrikreactie is groter dan als je fit bent. Het subtiel samenwerken met je paard gaat moeilijker, waardoor je het paard in de weg gaat zitten. De mogelijkheid bestaat dat je grote spiergroepen in armen, rug of benen gaat gebruiken om in balans te blijven en daardoor nog meer energie verspilt, maar ook een grotere kans hebt op blessuren aan spieren en pezen en je met pijn uit het zadel komt.
En wat voor het paard? Zodra je zelf niet in balans kan blijven zitten, brengt dit je paard in moeilijkheden. Om de ruiter recht boven zich te houden, zal je paard zich gaan aanpassen en bijvoorbeeld scheef, onregelmatig of op de voorhand gaan lopen. Dit kan op den duur voor overbelasting van gewrichten, pezen of spieren zorgen en vervelende blessure opleveren. Daarnaast gaat de prestatie omlaag. Een paard met een ruiter die goed mee kan zitten in de beweging, kan langer een hogere prestatie leveren. In de endurance hebben we te maken met lange afstanden. Aan de ruiter de schone taak het paard én zichzelf voor te bereiden op deze topprestatie.
A Young Girl’s Dreamby Ruthi Damman, Level III Centered Riding Instructor
My daughter, Puck van der Lugt, is 14 years old. Since 2012, she has dreamed of competing as a top-level endurance rider in the 2015 Youth World Championship in Chili. “Don’t worry,” I told her, “If you really want this, you can do it!” I had no idea she was dead serious! When we rode together in the woods, I had her on a lead line. Clearly, she had a lot of work ahead if she wanted to achieve such a goal. Fortunately, both her father and I are riders, and we are both trained as Centered Riding instructors. In 2013, Puck started riding her pony on 20- and 30-kilometre rides. Sometimes she complained the rides were too long, and that her back and arms hurt. She would have to work on her fitness level if she was to move on to the 40- to 60-kilometre rides by the next season. Also, her pony was 20 years old, so he would not be a suitable mount for Chili.
Over the winter, we worked on Puck’s core stability. She grew a lot and she had some difficulty with coordination. Exercises on physio balls and on the trampoline helped her improve her building blocks and breathing. Mounted lessons on the longe line made it easier for her to bring these basics to her riding. In 2014, as the next season began, Puck rode a young Arabian horse that belonged to her aunt. This horse was easy to ride but was unfamiliar with the grooming procedure that takes place during the race. The horse was nervous around the water bottles used for cooling and acted as if there where ghosts behind every tree. Yet Puck was confident – much more so than on her own pony. Together, they competed in Holland and Belgium, in rides up to 60 kilometres in length, and all went well. With regular riding lessons in the arena, Puck’s dressage skills improved. Mental training helped Puck learn to concentrate without tension and to breathe. We did a lot of “soft eyes” exercises, both on the horse and unmounted, in day-to-day activities. As a result, at the start of a competition, which could be in the dark, among a large group of participants, she was able to maintain her focus. She was never eliminated from competition, and both Puck and her new mount learned a lot.
During the summer of 2014, Dutch endurance champion Carmen Römer-Theunissen asked Puck to help her train her horses. Römer-Theunissen was a member the Dutch National Team that competed at the World Equestrian Games in Normandy, France, in August 2014. Puck spent almost her whole summer holiday at Römer-Theunissen’s stable, where she helped train several different horses each day. Each time Puck came home for a visit, her father and I noticed how she had grown and matured. Not only did her horse knowledge improve, but she also grew more self confident and stronger. Our little girl was becoming independent, taking two-hour train trips to the south of Holland – all on her own! She did her homework on the train so she could devote as much time as possible to riding.
That summer, Puck started riding internationally for the Dutch Youth Talent plan. She competed at the most advanced level, completing 120-kilometre rides, and qualifying for the World Championships. In a single month, we accompanied her to the south of France, Germany and Belgium. By the time winter arrived, we were all tired but satisfied, and glad to have a chance for a little rest! By now, as parents, we understood that having a child competing at the top level calls for a commitment from the whole family. And then came the invitation to come to Abu Dhabi to participate in a Youth CEI2* race in the desert! This would be a great experience! Truly a dream come true!n the UAE, Puck would face a very different climate, a foreign environment and a whole new approach to endurance riding. In Europe, we cannot follow her through the course; she has to follow colored ribbons or marks on the ground. In the UAE, there is a race track, on which we can follow by car. We can stop at any point to give her cool water, and care for both rider and horse. Nevertheless, we all decided to seize this opportunity with both hands! Puck increased her training program. To help her get back in shape, we even competed in an 84-kilometre ride together in Germany in November 2014. We did rider fitness and some mental training to prepare her to compete with riders she didn’t know and who did not speak her language. She had many questions, such as, “What if I get lost in the desert? Will you find me again?”
During our work together, I discovered that the power seat and unbendable arm exercises helped Puck gain more confident. We even practiced in the plane traveling to Dubai. Who knows what our fellow travelers must have been thinking! But Puck did it! The horse they provided was called Nickolai, and Puck really connected with him. They whispered to each other, and he gave Puck an amazing experience – one we will never forget. Of course, there was the heat, the sandstorms and many other challenges, and at times, Puck and Nickolai had to support each other in continuing the race. But when it was all over, and we were flying home, Puck couldn't stop smiling. Her desire to return to the desert and compete in the world championships is stronger than ever, and she started training again as soon as we got home. After all, the new season starts in March! As a mother and as an equestrian, I wouldn't have known how to coach and support Puck in fulfilling this dream without all the knowledge I gained as a Centered Riding instructor and clinician. Centered Riding isn't only a way of teaching riding, it is a way of handling life’s challenges and dealing with all kinds of situations that may cross your path! To give you an idea of our adventure in the dessert, please click on the following video link: http://youtu.be/ykpAjPH8Oz4
A proud mum and Centered Riding Clinician, Ruthi Damman, The Netherlands.
BIT nummer 225 3/2015
Ruthi Damman: “Nieuwe hersenpaden vormen”
“Ik wil de hersenen uitlokken om nieuwe neurologische paden te vormen.” Ruthi Damman heeft de motorische ontwikkeling van ruiters uitgebreid bestudeerd. Ze gebruikt creatieve methoden om ruiters nieuwe manieren van bewegen aan te leren.
Ruthi is fysiotherapeut. Daarnaast is ze opgeleid als instructeur via het ISPH in België en is ze Centered Riding instructeur. “Ik liep er tegenaan dat de ene leerling iets wel kon, maar de andere niet en dat een oefening naar één kant wel lukt, maar naar de andere veel minder. Ik benader dat als fysiotherapeut, bijvoorbeeld hoe je iemand na een hersenbloeding opnieuw kan leren functioneren. Het is een kwestie van goed uitleggen, de ruiter laten experimenteren en laten ervaren hoe het voelt. Ik geef steeds feedback en we maken filmpjes. Pas na veel herhaling gaat het aansturen van de juiste spieren door de hersenen automatisch.” Om ruiters te laten voelen maakt Ruthi gebruik van wat ze ‘dubbeltaken’ noemt. “Ik heb wollen balletjes, die hang ik met een veter om de hals van een ruiter. De teugels gaan in een knoop, ik houd het paard aan de longe. De ruiter houdt de balletjes in zijn handen en beweegt mee in het ritme van het paard. Om spanning in de onderarm en hand te voorkomen, mag de ruiter ze niet fijn knijpen. Ik doe dit op deze wijze omdat het zo tastbaar is. In stap gaat dit meestal nog wel, maar dan gaan we draven en laat ik ze doorzitten of juist staan in de beugels, terwijl het ritme van de balletjes hetzelfde blijft. Je kunt ruiters ook laten zingen of terugtellen van honderd, terwijl ze iets moeilijks aan het doen zijn. Het daagt de hersenen uit.”
Bewustwording Zowel ruiters met een houdingsprobleem als ervaren ruiters die tegen rijkunstige beperkingen aanlopen, weten de weg naar Ruthi te vinden. Ze zoekt altijd naar creatieve oplossingen om houding en zit te optimaliseren. “Ik gebruik bijvoorbeeld ook wel een fysiobal, een wiebelend Balimo krukje of een trampoline. Alles wat kan helpen om de lichamelijke bewustwording te verbeteren. Ik vind dat enorm belangrijk. We vragen veel van een paard. Het is je verantwoordelijkheid als ruiter om het zelf dus zo goed mogelijk te doen. Paarden zijn zeer genereus, maar ze spiegelen wel. Als jij iets vastzet, kan hij niet bewegen.” Romp instabiliteit, slechte balans, een paard dat op de voorhand loopt, asymmetrie, niet in het bewegingsritme mee zijn en stoelzit zijn problemen die Ruthi vaak tegen komt. “Zie je wervelkolom als een stapel blokken. Het moet zo min mogelijk spierkracht vergen om die rechtop te houden. Wat hierbij werkt is ruiters de balletjes in handen te geven en ze dan tijdens het lichtrijden twee keer te laten staan of zitten. De meesten raken in eerste instantie uit balans. Dat moet je eerst ervaren en veel oefenen.” Ruthi werkt met een duidelijk stappenplan. “Motorische gedragsverandering gaat in drie fasen. Ervaren en experimenteren, oefenen en aanleren en als laatste automatiseren en toepassen. Mijn rol is observeren en op details correcties geven, zodat de techniek van een ruiter verbetert.”
"The Sound Horse: a biomechanically approach"
Jean Luc Cornille, ontwikkelaar van The Science of Motion, komt naar Nederland 27- 29 mei 2016. Een unieke kans om deze inspirerende en talentvolle man te ontmoeten en les te krijgen!
Een cursus geschikt voor ruiters, trainers en horsemanship professionals aangeboden door The Science of Motion. Uitvinder van deze nieuwe aanpak van het revalideren van paarden en het voorkomen van blesuures is Jean Luc Cornille, voorheen ruiter op het hoogste internationale niveau in vele specialiteiten, zoals dressuur, springen en 3 day eventing, waarin hij vele overwinningen en awards behaalde.
Cornille starte 20 jaar geleden met de revolutionaire aanpak van het revalideren van paarden gebaseerd op een solide wetenschappelijke basis. In plaats van het direct te behandelen van de aandoening die het dier, richt zijn methode zich op de kinetische afwijkingen in beweging, waardoor de aandoening ontstaan is.
Door middel van het verbeteren van de beweging van het paard en deze aan te leren zijn lichaam juist te gebruiken, is het niet alleen mogelijk om blessures te voorkomen, maar ook om bestaande gebreken, die door traditionele benaderingen vaak niet te genezen zijn, te verbeteren.
Jean Luc Cornille houdt jaarlijks vele cursussen in de Verenigde Staten en Noord-Europa. Hij komt voor het eerst naar Nederland van 27-29 mei 2016, voor een cursus in "De Nieuwe Heuvel" in Lunteren.
Dit is een geweldige kans om zijn methode te leren tijdens een drie daagse clinic van minimaal acht uur per dag, waarbij theoretische en praktische momenten zich afwisselen. Deelname is mogelijk als ruiter of als auditor voor 1 of alle dagen. Er is een beperkt aantal deelnemende ruiters.
23 oktober 2016Categorie:Ruiter, TrainingDoor:Ruthi Damman
HET GEBRUIK VAN SPOREN, ZINNIG OF NIET?
Tijdens en na de Olympische Spelen in Rio de Janeiro laaide de discussies over het welzijn van het paard in de paardensport weer in alle hevigheid op. Er groeit steeds meer besef over hoe wij om willen gaan met onze geliefde metgezellen. Steeds meer mensen denken na over hoe zij het leven van hun paard aangenamer en natuurlijker kunnen inrichten. Welke optoming gebruik je, wel of geen ijzers onder zijn hoeven en een stal of 24/7 buiten? In Rio werden een aantal combinaties de ring uitgestuurd vanwege overmatig zweep- en spoorgebruik en de zogenaamde ‘blood rule’, waarbij ruiters automatisch worden geëlimineerd als bloed is gevonden op de flank van het paard vlak na de wedstrijd. Waarop social media ontplofte van alle meningen en discussie.
De vraag is: waarom gebruikt men sporen? Om subtielere hulpen te kunnen geven, het versterken van je beenhulpen en om een duidelijkere communicatie te krijgen met het paard, zijn veelgehoorde antwoorden op deze vraag. Echter is dit de waarheid? Helpt het om met sporen te rijden als je paard niet voorwaarts genoeg is? De spier die onder je kuit ligt als je op het paard zit is de m.obliquus externus abdominis, oftewel de buitenste schuine buikspier, die geen functie heeft over het achterbeen, maar de organen in de buik houden. Een laag dieper kom je op de ribben met daar tussen in de m. inter-coastales externi, ofwel de tussenrib spieren. Onderzoek heeft uitgewezen dat een gebrek aan voorwaartse drang niet te wijten is aan onvoldoende actief achterbeen, maar aan het onvermogen van de spieren van de wervelkolom om de stuwkracht, die de achterbenen produceren, op een juiste manier te over te brengen van wervel op wervel via de rugspieren. Dit maakt dat het disfunctioneren van de rugspieren de oorzaak is van het probleem en zal spoorgebruik het alleen maar verergeren. Bij een scherp contact van de spoor zullen de tussenrib spieren zich aanspannen waardoor de ribben naar elkaar toe en achterwaarts bewegen en de mobiliteit van de wervels, waaraan zij verbonden zijn, afneemt.
Hoe komt het dan dat, als we ons been aanleggen, het paard reageert door zich voorwaarts te bewegen? Het oude concept dat het been van de ruiter de achterbenen stimuleren is niet gebaseerd op functionele anatomie. Het been van de ruiter raakt de huid van het paard waarin sensoren liggen die zelfs hele kleine aanrakingen kunnen waarnemen, zoals een vlieg die land op de haren. Door deze aanraking wordt een gebied in de hersenen geactiveerd waarin de herinnering is opgeslagen van een eerder opgeslagen stimulus. Dit is het eenvoudige concept van een geconditioneerde reflex. Als er een onbalans bestaat in de rugspieren wordt de beenhulp met als actie ‘voorwaarts’ tegengegaan door ongemak, pijn of angst, waardoor de reactie van het paard een compromis is tussen het reageren op de aangeleerde hulp en het beschermen van zijn eigen spieronbalans, zwakke plekken, herinneringen of angsten.
Gevoelige plek Een studie van Carol A Saslow wijst uit dat de paarden verrassend gevoelig zijn op de plek waar de kuit van de ruiter ligt. Veel gevoeliger dan de kuit van de ruiter zelf, of zelfs onze vingertopjes. Paarden kunnen reageren op druk die te licht is om als mens waar te nemen. Daarom kan een instabiele ruiter onbewust signalen afgeven aan het paard waardoor waardevolle hulpen verstoord worden. Zo kan het gebeuren dat een paard dat ‘niet voor het been is’ simpel nooit de mogelijkheid heeft gekregen om te reageren op een zachte, subtiele hulp. Zelf heb ik al zeker 15 jaar geleden mijn sporen aan de wilgen gehangen. Door subtielere beenhulpen zijn mijn paarden veel gevoeliger geworden en kan ik beter in balans blijven zitten. Mijn been kan stiller liggen en de focus ligt meer op de feedback die het paard mij geeft. Ga jij met mij deze uitdaging aan?
* Carol A Saslow, Inzicht in de belevingswereld van de paarden, Applied Animal Behavior Science,78 (2002) 209-224)
14 december 2016Categorie:TrainingDoor:Ruthi Damman
WEET WAT JE TRAINT
Stel, je wilt een strakkere buik omdat de zomer er straks weer aankomt. Je hebt last van je rug en je wilt je core-stability verbeteren of nadat je door je enkel bent gegaan op het voetbalveld, wil je deze sterker maken om herhaling te voorkomen. Dan ga je naar de sportschool en neem je een abonnement. De fitnesstrainer laat je de eerste keer alle apparaten zien en vertelt je welke spiergroepen je traint op deze supersonische apparatuur. Tijdens je zelfstandige trainingssessies helpen de stickers op het apparaat je herinneren wat je ook alweer aan het trainen was op de Legpress of Backbench. Als je nog een lesje extra neemt, wordt er ook nog een gepast trainingsprogramma voor je geschreven wat je puntsgewijs kan opvolgen. Na een week of zes, kan je dit schema weer up to date laten maken aan de hand van je vorderingen. Zo tussendoor nog een lesje Zumba of Spinning, een kind kan de was doen.
Maar, hoe train je nu je paard? Weet jij welke spieren je paard moet ontwikkelen om, laten we zeggen, een mooie galopwissel uit te voeren? Welke voorbereiding heeft je paard nodig voordat je deze oefening aan hem of haar kan vragen? En hoe weet je wanneer je paard klaar is voor deze oefening? Voor ruiters en paardeneigenaren is het een valkuil te trainen naar het trucje: “Snapt je paard wat er van hem wordt gevraagd bij een bepaalde hulp, dan kan hij het dus ook voor de jury”. Helaas werkt het in het echt niet zo en ontstaan er door deze manier van werken (trainen is niet het woord hiervoor) uiteindelijk blessures. De ene blessure wat sneller dan de andere, want door je paard oefeningen te laten doen waar het fysiek nog niet aan toe is, krijg je op de termijn ellende. Oftewel: overbelasting. Overbelasting wordt niet alleen veroorzaakt door een hele zware training of een hele lange buitenrit. Het kan ook ontstaan door repeterende lichtere belasting of beweging die niet goed wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld als het paard te zwaar op de voorhand loopt omdat het zich nog niet goed kan dragen in de overgangen of nog niet de juiste coördinatie van de rugspieren heeft. Duurt dit een langere tijd, dan gaan structuren in het paardenlijf protesteren en na verloop van tijd kapot.
Kennis is de oplossing Iedereen werkt met de kennis die hij op dat moment heeft. Niemand zal opzettelijk het paard overbelasten of pijn doen. Daarom is het belangrijk dat, als je de verantwoording hebt voor zo’n prachtig dier, je zoveel mogelijk kennis vergaart om de “fitness instructeur” te kunnen zijn in de training van het paard, zodat je weet welke oefeningen (apparaten) jouw paard nodig heeft om spiergroepen te verbeteren voor je een nieuwe oefening of proef aan hem kan aanbieden en dat je weet wanneer je stappen kan maken in je trainingsprogramma. En, zeker zo belangrijk, wanneer je een keer yoga of mindfulness tussendoor moet gooien voor de nodige afwisseling en de ontspanning in het koppie.
Hoe kom je aan de kennis? Er zijn veel goede instructeurs met kennis, achtergrond en ervaring. Als je op zoek bent naar een instructeur, kijk dan naar de opleidingen die hij/zij heeft gevolgd en vraag gerust naar de nascholingen of aanvullingen die gevolgd zijn. Daarnaast worden er tegenwoordig ontzettend veel interessante lezingen en cursussen aangeboden over de anatomie en biomechanica van het paard en er zijn goede boeken over dit onderwerp van het paard te verkrijgen. Het investeren in het vergaren van kennis zal je helpen in de opleiding van je paard, om hem blessurevrij en blij te houden. Verdiep je, je paard zal er baat bij hebben.
Veel trainers en ruiters starten de training van het paard met een lage halspositie. Aan de longe zou het paard met de neus over de grond moeten kunnen lopen en bij het starten met rijden moet het hoofd ontspannen en in een lage positie zijn. Waarom zou dit goed zijn en wat train je ermee?
Even technisch Wat gebeurt er in de hals als we een paard lang en laag rijden? Aangezien de hals en hoofd van het paard bij elkaar wel 10% van het lichaamsgewicht bedragen, levert een halshouding, zeker als deze onder de voorknie is, extra werk op voor de rugspieren. De spieren boven de halswervels hebben als functie het weerstand bieden aan de zwaartekracht en zij kunnen de hals naar boven en naar rechts en links bewegen. Door de hals lang en laag te rijden, hebben deze spieren geen functie. De hals hangt als het ware alleen aan de pezen, de nekband (Ligamentum Nuchae). Zie de plaatjes hieronder. Bij een normale halshouding werken de halsspieren isometrisch. Dit betekent dat zij kracht leveren, maar op gelijke lengte blijven. De hals wordt dus niet langer of korter, hij kan alleen veranderen van vorm. Bij een lage halshouding leveren de spieren kracht terwijl zij langer worden. Dit noemen we een excentrische contractie. Deze houding is erg zwaar en kost veel energie. Til maar eens een zware boodschappentas met gestrekte armen op tot 90* en laat deze dan heel langzaam zakken. Als de neus van het paard naar voren gaat, werken de oppernekspieren concentrisch. Dit betekent dat de spieren kracht leveren terwijl zij korter worden (denk hierbij aan het aanspannen van je spierballen).
Hoofd- en halsanatomie: structuren van de bovenhals bij een alerte hoofdpositie van het paard: craniale, thoracale en cervicale wervels (doorgetrokken lijnen), Ligamentum Nuchae (nekband), zowel funiculaire als lamellaire deel (licht grijze arcering), semispinalis capitisspier (donkergrijze arcering) . Let op de centrale pees en de uitgebreide compartimentering van Semispinalisspier. Spierweefsel richting in doorgetrokken lijnen. ct: centrale pees van Semispinalis spier; C1-C7: nekwervelkolom; FNL: Funiculaire deel Ligamentum Nuchae; LNL: Lamellaire deel Ligamentum Nuchae; r: rib; sc: schouderblad; sk: schedel; T1-T9: borstwervels.
Spleniusspier: let op de eenvoudige weefselarchitectuur en de relatie met het Ligament Nuchae en Semispinalis spier.
Verder met de anatomie De nekband (Lig. Nuchae) loopt geleidelijk door over de schoft in het, niet elastische, Ligamentum Supraspinale. Deze band loopt midden over de rug van het paard tot aan de laatste lendenwervel. Als het paard het hoofd omlaag brengt, trekt het aan dit ligament en ontstaat er tussen T6 en T9 (borstwervels) een kanteling van de wervels richting de oren, welke de doornuitsteeksels meer uit elkaar trekt. Dit noemt men verticalisatie van de dorsale spina, wat door sommige trainers als de schoftlift wordt gezien, doordat de schoft wat omhoog komt door de kanteling. Echter door deze verticalisatie komt er meer gewicht op de voorbenen. Ook verliezen de wervels tussen T9 en T14 en L1 mobiliteit door rek op het ligament. De wervelkolom wordt op deze plekken stijver en stugger. Tijdens het naar voren bewegen van de achterbenen moet het bekken kantelen. Als het ligament en de spieren boven de wervelkolom stijver worden, moet de Ilias Psoas spier harder werken om het achterbeen naar voren te bewegen. De Lumbosacrale overgang (overgang lendenwervels naar staartwervels) kan tot 20% kantelen. Om de lage hoofdpositie te compenseren zal er meer rotatie in het Lumbosacraal gewricht optreden en komt er meer gewicht op de voorhand. Als je lang en laag rijdt voel je meer mobiliteit in LSO (overgang lendenwervels – staartwervels) en TLO (overgang borstwervels – lendenwervels) gebied, waardoor het voelt alsof de rug meer beweegt. Het omgekeerde is echter waar. Als je daarentegen de spieren traint die de borst tussen de schouderbladen positioneert en omhoog brengt en hierbij de nek verlengt, heb je de functionaliteit minus het gewicht op de voorhand. Lang en laag is dus geen stretch van de hals, het is een overbelasting van het TLO en LSO gebied en brengt het gewicht op de voorhand. Daarnaast kost het veel kracht en energie.
CTO: tussen blauw en rood, TLO: tussen rood en groen, LSO tussen groen en wit
Stretchen van de gehele rug De spieren boven op de rug zijn niet één lange rugspier, zoals vaker wordt gesuggereerd. Het idee dat je de hele rug stretcht is dus niet waar. Het is een hele serie kleine spieren die allemaal de mogelijkheid hebben om op hetzelfde moment te bewegen in verschillende richtingen. Onderzoek wijst uit dat er meer mobiliteit is tussen T6 en T9 bij een lage hals positie. Daarentegen is tussen T9 en T14 20% verlies van mobiliteit. T9 tot T 14 is precies het gebied onder het zadel. Bij een paard dat de nek van nature hoog heeft (bijv. een Fries), moet het de nek wat uitschuiven om het ligament aan te spreken. Door de bouw van de wervels komt er, als het hoofd omlaag gaat, kracht omhoog door de schoft. Echter is er maar één positie per paard waar dit effectief is. Als we een paard in een houding forceren is de kans zeer groot dat dit de verkeerde houding is.
Waarom vindt een paard het toch fijn om de hals te strekken na het werk? Bij het halsstrekken kan het paard de spieren boven de halswervelkolom ontspannen, waarbij de nekband (Lig. Nuchae) dient om het hoofd te dragen. Dit ligament is te vergelijken met een grote rubber band boven in de hals. Dit ligament heeft lamellen van rubber band naar elke halswervel. Is het hoofd hoog, dan is dit ligament niet onder trekkracht, bij het hoofd in een lagere positie wel. Functie van dit ligament is het ondersteunen van de spieren. In galop en draf kan het ligament wel tot 38% van het werk overnemen om spieren te ontlasten. De halspositie laag is dus geen stretch, het is het ontlasten van oppernekspieren.
De lang en laag positie van de hals draagt daarom niet bij in het oefenen van de spieren en training van het paard, echter als regelmatige ontspanning is tijdens de training halsstrekken een prettige afwisseling.
** References: Morphology, Histochemistry, and Function of Epaxial Cervical Musculature in the Horse. K. S. Gellman, J. E. A. Bertram, and J. W. Hermanson, Journal of Morphology 251: 182-194, 2002. Jean Luc Cornille, Science of Motion